

Past in het plaatje
De gevel is volledig uit glas. In elke kamer van het huis – tot in de nok van het dak en met uitzondering van het toilet – kijk je uit over het weidse landschap en de licht glooiende vallei. “Een goede ruitenwasser is wel een must.” (lacht)
Karakter en contrast
Om niet aan warmte en gezelligheid te moeten inboeten, werd er gekozen voor een latjesparket in eik en een plafond in notelaar. Ook de zwartlederen zetels van het Zwitserse De Sede, een lounge van Le Corbusier en stoelen van Philippe Starck brengen karakter en contrasteren mooi met de ruwe materialen waarin het huis is opgebouwd. “Na de bouw hebben we nog niet de kans gehad om ook de inrichting eens gronding onder handen te nemen. Eerst even op adem komen, dachten we. Ondertussen zijn we vier jaar verder. (lacht)
“De meeste spullen hebben we dus al enkele decennia. De catalogi voor verlichting liggen wel al klaar. We zijn er ook nog altijd niet uit hoe we de sofa’s en tv het beste kunnen positioneren. We willen het zicht niet belemmeren, zeker niet nu Dirk een bloemenweide heeft aangelegd als buffer tussen de tuin en de paardenweide. Binnen een paar weken schieten de klaprozen, boterbloemen en paarse distelbloempjes uit de grond. Het zijn wilde bloemen. Makkelijk te onderhouden. Heel groene vingers hebben we nog niet. Groene ideeën, dat wel. Dirk is toch nog eerder een stadsmens. Ik, daarentegen... Het Pajottenland heeft me bekeerd.”
Uit publicatie 'De Glazen Schuur' in De Morgen Magazine van 01.04.2017.
Tekst Isabelle Van Orshaegen, foto's Robbie Depuyd
Keuken bulthaup b.brussels